Al maanden lachen de glimmende bessen van de sleedoorn je vanaf verschillende plekken in de tuin toe. Sleedoorn is een prunussoort, dus eigenlijk zijn het geen bessen, maar kleine pruimen. De struik doet het goed in groenstroken en staat in de lange rij met verschillende bomen en struiken die de Vinca-tuin van het boerenland erachter scheidt. In de loop der tijd hebben vogels ervoor gezorgd dat de zaden op allerlei andere plekken in de tuin terechtkwamen en regelmatig kom je een nieuw sleedoornstruikje tegen.
Rijpe sleedoornbessen hebben een aparte, zoete smaak. Je kunt er overheerlijke jam, sap of likeur van maken. Maarrrr…. de sleedoorn geeft zijn smaak niet zomaar cadeau. Vanaf augustus lijken de diepblauwe bessen al klaar om geplukt te worden. Dit jaar hingen er nog meer en nog grotere exemplaren aan de struiken. Er is dan alleen nog geen vogel die zich eraan waagt. En gelijk hebben ze. De vruchten hebben een stofje in zich dat ze wrang en zuur van smaak en zelfs een beetje giftig maken. Pas wanneer een flinke vorst is langs geweest verdwijnt dat stofje en zijn de bessen eetbaar. Dan zijn de vogels er al als de kippen bij.
Voor ons is timing dus alles: te vroeg en de bessen zijn nog niet lekker, te laat en er hangt bijna niets meer aan de struiken. Met een nachtje diepvries kunnen we nog een beetje smokkelen, maar dit jaar waren we wat aan de late kant. Eigenlijk prima, want de vogels hebben de bessen harder nodig dan wij. Toch zijn er dan nog twee obstakels te overwinnen. Eerst de enorme stekels aan de plant. Als je geprikt wordt laat het puntje van de stekel een bacterie achter waardoor je nog dagen voelt waar hij in je huid heeft geboord. En daarna moet de dikke schil van de bes doorboord worden om bij het lekkere sap te komen. Traditioneel wordt dat met diezelfde stekel gedaan. Elke bes moet een paar keer ingeprikt worden. Je moet er wat voor over hebben….
Met al die beschermlagen zorgt de sleedoorn ervoor dat zijn bessen op het juiste moment in het jaar door de juiste vogels wordt meegenomen. Zo is de kans op voortplanting het grootst.
Een dikke huid, stekels en een beetje gif: Effectieve beschermlagen die ik bij tijd en wijle ook in mezelf herken. Ik ben er niet altijd trots op en soms is het zeker niet handig. Maar selectief zijn in wie en wat je toelaat kan geen kwaad. Terwijl ik de plekken op mijn handen voel waar de sleedoorn me heeft geprikt, bedenk ik dat ik het wel wat subtieler zou willen doen.