Na bakken met regen en onstuimige stormen heeft het weer nu voor een ander uiterste gekozen. ’s Nachts vriest het, in de ochtenden is het rustig zonnig winterweer en in de middag breekt steeds de lente door. De vogels fluiten duidelijk een ander liedje en overal schieten planten uit de grond. Je ziet mensen meedoen met al die vrolijkheid. Met vaak een zucht van verlichting omdat de storm is gaan liggen, wordt er met volle teugen genoten van de zon. Iedereen is opeens een stukken vrolijker en heeft zin in nieuwe dingen. Hoewel… Ondanks dat de zon enorm zijn best doet, drijven er voor veel mensen regelmatig wolken over.

De zonkant en de wolkenkant van het leven. Voor mij is dat altijd een boeiend samenspel geweest. Meestal overheerst de zonkant, die vrolijk en licht is. Maar de wolken kunnen er zomaar zijn, vaak zonder aanwijsbare reden. Dikke zwarte wolken die je gespannen maken, een grijze lucht vol verdriet of sluiers van ongenoegen. Wat moet en kan ik ermee? Zijn het mijn wolken of die van een ander?

Het leren wat van jou is en wat van de ander is helaas geen trucje. Wanneer je geraakt wordt door wat een ander zegt of doet, zorgt dat soms voor een wolkje die je zo weer wegblaast. Pffff, dat is van jou. Maar wanneer het dieper binnenkomt en de wolken blijven, dan gaat het (ook) over jou. De ene keer kun je daar de vinger op leggen en de andere keer laat je het gewoon zo gebeuren. Dan komt het inzicht vaak op een later moment.

Wolken nemen elke keer een levensles mee. Die kun je uit de weg gaan door snel de zon weer op te zoeken. Soms is dat prima. Maar wolkenlessen leren je plukje voor plukje hoe jij in elkaar zit, waardoor je steeds beter kunt onderscheiden wat van jou is en wat van de ander. Als wolken er van tijd tot tijd mogen zijn, kun je daarna nog meer genieten van de zon!