Wij mensen hebben ‘het moeten’ tot grote hoogte weten te brengen. We moeten veel van onszelf en van de mensen om ons heen. Waar moeten in de natuur betrekking heeft op leven of dood, gaat het bij ons vaak om veel minder cruciale zaken.
De grond is te koud en te hard om iets in de tuin te kunnen doen. De winter is de tijd om tot rust te komen, omdat er even bijna niets moet. ‘Moeten’ is niet een typisch menselijk fenomeen. Ook in de rest van de natuur moeten planten en dieren dingen doen of laten. Een kip moet elke dag water drinken en koolplanten moeten veel voedingsstoffen tot zich nemen om te kunnen groeien.
Toch hebben wij mensen ‘het moeten’ tot grote hoogte weten te brengen. We moeten veel van onszelf en van de mensen om ons heen. Waar moeten in de natuur betrekking heeft op leven of dood, gaat het bij ons vaak om veel minder cruciale zaken. We moeten dat boek nog uitlezen of we moeten elke week overwerken. We hebben ‘het moeten’ gedevalueerd. Wat het woord ‘moeten’ met ons doet, is niet evenredig mee gedaald. Zodra iemand tegen ons zegt dat we iets moeten, gaat er intern een alarmbel. Alsof het een kwestie van leven en dood is. Dat levert een heleboel onnodige stress op.
Daarom mijn voornemen voor 2017: Revaluatie van ‘het moeten’, door het woord alleen te gebruiken in situaties die echt belangrijk zijn. Voor al het andere biedt onze taal voldoende alternatieven.