Met het vertrek van de regen nam afgelopen weekend een enorme hoeveelheid vlinders bezit van de Vinca-tuin. Allerlei kleuren en maten deden zich tegoed aan de zon en vooral aan de vlinderstruiken, distels en oregano. Al die vlinders zetten me aan het denken: hoe staat het met het vlinderen in mijn leven?
Met het vertrek van de regen nam afgelopen weekend een enorme hoeveelheid vlinders bezit van de Vinca-tuin. Allerlei kleuren en maten deden zich tegoed aan de zon en vooral aan de vlinderstruiken, distels en oregano. Veel vlinders betekent veel rupsen, maar ik neem hun vraat graag op de koop toe. De kolen delen ze dit jaar met een konijn dat van de tuin zijn woonplek heeft gemaakt.
Op de site van de Vlinderstichting staat: ‘Op plekken waar veel vlinders zijn, gaat het goed met de natuur, want daar leven ook veel andere dieren en planten’. Vlinders zijn niet alleen indicatoren waar het gaat om de gezondheid van de natuur, ze doen ook een beroep op wat gezond in ons is. Van vlinders word je blij en ze belichamen een gevoel van vrijheid en kwetsbaar durven zijn, waar we vaak naar verlangen.
Al die vlinders zetten me aan het denken: hoe staat het met het vlinderen in mijn leven? Eerlijk gezegd trek ik me af en toe nog terug in een cocon. Maar met vleugels die al opgedroogd zijn en flink hebben gefladderd, past het daar helemaal niet meer.
Klemzittend in een cocon is het tijd voor kritische vragen aan jezelf. Wat levert de cocon jou op? Wie stel je teleur wanneer je gaat fladderen? In de meeste gevallen zijn de redenen om je vleugels niet uit te slaan, die ooit heel legitiem waren, nu achterhaald. Daarom deze oproep aan jou en aan mezelf: ga lekker vlinderen!