Tijdens het laatste deel van de zomer is de Vinca-tuin op zijn aller-uitbundigst. Allemaal prachtige bloemen en volle bladeren verhullen dat we ergens onderweg het overzicht kwijt zijn geraakt. Het hoeft vooral niet altijd strak en keurig te zijn, maar als de hele boel overwoekerd wordt door ‘onkruid’ wordt het er niet mooier op.
Eén van de superwoekeraars is de akkerwinde. Eigenlijk een hele mooie plant, maar hij kent geen maat. Lange slierten groeien overal overheen en kunnen bloemenvelden letterlijk wurgen. Gedurende de zomer kun je de akkerwinde eigenlijk alleen maar oppervlakkig bestrijden. Steeds wegtrekken als je hem weer ziet oprukken. Ondergronds liggen hele stelsels van dikke en dunne witte wortels. Om die te elimineren zit er maar één ding op: graven!
Ergens in de tuin liggen mooie grote stenen. Ooit tussen bonenkruid, nu onder kweekgras en akkerwinde. Tijdens het graven en uiteenrafelen van de plantenwortels kan ik steeds meer van de wortels van de akkerwinde verwijderen. Toch kun je er regelmatig eentje horen afbreken. Uit die handschoenen dus maar, want met blote handen voel je beter hoe de ondergrondse warboel in elkaar zit. Het lukt om hele strengen ongehavend te verwijderen. Blote handen door de aarde: ik word er meteen heel rustig door. Het wilde gesjor aan wortels maakt plaats voor een effectief uitpluizen.
Ook in mijn hoofd loopt het regelmatig door elkaar: gedachten, gevoelens, gedachten over gevoelens, andermans gedachten en gevoelens….. De tastzin van je handen helpt je letterlijk om dat alles te ontwarren. Het brengt denken en voelen bij elkaar en maakt de ongrijpbare warboel in je hoofd grijpbaar.