Het jaar vloog voorbij. In de tuin zie ik overal herinneringen aan een rijk tuinseizoen. In de kas staan nu kuipplanten te overwinteren.
Maar als ik door mijn wimpers kijk, kan ik de enorme tomatenplanten en aubergines nog zien. En die ene meloen. In de groentevakken groeien nog kolen, spruitjes en schorseneren. Naast de laatste bleekselderij staan drie grote knolselderijen. Als plantje spontaan van de buren gekregen. Binnenkort gaan die de erwtensoep in. Het loof van de dahlia’s en canna’s ligt te vergaan op de plek waar ze uitbundig hebben staan bloeien.
Het was een jaar waarin de inspiratie me om de oren kwam vliegen. Alsof het allemaal had zitten wachten tot ik er klaar voor was. Of totdat ik de raad van een wijze vriendin opvolgde en wat lijntjes heb doorgeknipt.
Op het keerpunt tussen de tuinseizoenen kijk ik tegelijkertijd terug en vooruit. Met de wind door mijn haren en mijn hoofd vol met nieuwe plannen, ruim ik de resten van het voorbije tuinseizoen op.