In augustus was alles in de tuin weelderig en onstuimig aan het groeien en bloeien. Zoveel schoonheid probeer je niet te temmen.

Maar in september raken er toch al veel bloemen uitgebloeid. En nu het vochtiger wordt en de wind van alles omblaast, neemt de behoefte aan orde toe. Tijd om van alles weg te knippen, paadjes te herstellen en zaken weer in hun fatsoen te maken. Alles terug in zijn eigen hokje.

De behoefte aan orde vind ik iets fascinerends. Het verschilt per mens, afhankelijk van hoe je aangelegd bent. De ene mens heeft behoefte aan veel structuur en orde en de andere benauwt dat juist. Daarnaast wisselt het in de tijd: na een rommelige periode voelt het heel goed om eens flink orde te scheppen. Dat ruimt ook op in je hoofd.

Mensen die heel geordend zijn, kunnen vaak slecht tegen de ongeordendheid van anderen. Andersom geldt dat ook. Zelf ben ik van het ongeordende type. Dat geeft aan de ene kant veel ruimte voor creativiteit en aan de andere kant zie ik regelmatig een fronsende wenkbrauw. Die druk van buitenaf houdt me scherp en zet me eerder aan het opruimen. Het is lastig om onderscheid te maken: sta ik hier nu orde te scheppen omdat ik daar zelf behoefte aan heb, of doe ik het voor een ander. Toch is er een duidelijk verschil. Wanneer ik het vanuit een eigen behoefte doe, gaat het als vanzelf en wordt ik er blij van.