In oktober ging deze blog over de wadi in de Vinca-tuin. Toen was de vraag: wat is dat voor een gat en wat gaan we ermee doen? Het woord wadi komt uit het Arabisch en betekent rivierbedding. In het Nederlands hebben we er weer eens een onnatuurlijke afkorting van gemaakt: waterafvoer, drainage en infiltratie. Een gat in de grond dat overtollig water opslaat, filtert en weer afgeeft aan de grond.
Na oktober begon het te regenen en eind december leek het alsof er nooit een einde aan zou komen. Opeens was de wadi volop in functie. Net als veel weilanden in de omgeving en de sloot achterin de tuin die bijna altijd droog staat. Wat een water! Werd deze zomer nog gesnakt naar water als de brenger van nieuw leven, nu werden we hier en daar letterlijk door het water overspoeld.
Hoewel de wateroverlast hier prima te managen viel, werd ik er flink onrustig van. Na een goede dosis zelfstudie ontdekte ik dat die onrust inderdaad te maken had met overspoeld dreigen te worden, maar dan niet letterlijk. Jarenlang had een uitermate effectieve innerlijke damwand ervoor gezorgd dat het overspoeld worden op grote afstand bleef. Maar ja, dan dobber je een beetje aan de zijlijn van het leven. Je kunt jezelf dan waarschijnlijk wel wijsmaken dat je goed je grenzen bewaakt. Maar een dikke muur om je heen optrekken heeft weinig te maken met grenzen aanvoelen en aangeven.
Het besluit om de muur af te breken is zo genomen. Alleen wanneer daarna het water opeens tot aan je knieën staat, begint het echte werk. Het werk van voelen wat jij wel en niet wil, waar jij ja of nee tegen zegt. Dan leer je dat je door stevig op de grond te staan, je misschien wel af en toe wordt overspoeld, maar dat je daarna weer verder kan.