Eén van de eerste groenten, die je in het nieuwe tuinseizoen kunt eten, zijn peultjes. De smaak is uitgesproken: je houdt er enorm van of je vindt het niet wat. Langs een d wars door het groentevak slingerd stuk schapengaas klimmen de peulplantjes zich straks weer een weg omhoog. Als ze tenminste de eerste fase van hun bestaan overleven. Het eerste stukje groen dat uit een erwtje tevoorschijn komt, is een lekkernij voor duiven en muizen. Er zijn jaren geweest dat we tot drie keer toe opnieuw erwten gelegd hebben met uiteindelijk een minimale oogst.
Om die snoepkousen voor te zijn, worden de peultjes nu voorgezaaid en in de kas opgekweekt. In traytjes van 100 stuks laten we ze eerst ongeveer 10 cm hoog worden, voordat ze worden uitgeplant. Maar ook daarin kwam dit jaar een kink in de kabel: een muis in de kas… Als het gaat om muizen, denk ik graag in enkelvoud, tegen beter weten in. Ieder dag waren er weer een paar planten afgeknabbeld. Om toch wat over te houden zijn ze verplaatst naar een tafel buiten.
Vorige week toen de sneeuw gesmolten was en het groentevak flink natgeregend, zijn ze geplant. Bij het uitplanten zag ik opeens dat een aantal afgeknabbelde plantjes het toch nog weer waren gaan doen. En in plaats van één stengeltje waren er twee! Peultjespower!
Of ze het uiteindelijk net zo goed gaan doen als de niet-afgeknabbelde exemplaren weet ik niet, maar alles waar een beetje groen aan zat is geplant en heeft de kans gekregen om zich te bewijzen.
Terwijl ik voorzichtig de plantjes met alle worteltjes uit de traytjes hees, werd ik blij van al die peultjespower. Ze hadden zich niet door tegenspoed laten kisten, maar hadden het omgezet naar kracht.