We hadden voor de kas een mooie plek in de tuin gereserveerd. Op basis van een aantal maximale maten had de producent een tekening gemaakt. De zijwanden niet netjes recht, maar net een beetje schuin.
Met paaltjes had ik uitgezet waar de kas zou moeten komen en alles wat tussen die paaltjes groeide weggehaald. Met een vlier heb ik nog een vier uur durende loopgravenoorlog gevoerd, maar ik heb gewonnen. De vlier heeft een nieuwe plek in de tuin gekregen. Toen ik mijn noeste arbeid aan Wim liet zien vroeg hij: ‘Waarom zetten we de kas niet schuin neer?’
Schuin? Ja schuin. Dat zou een beter ruimtelijk effect geven. Schuin? Ik moest even aan het idee wennen. Maar goed, ik weet beter dan te twijfelen aan Wim’s ruimtelijk inzicht en ik heb mijn paaltjes verplaatst. Passen, meten en toen stonden ze weer. Maar dan buiten het rechte kader.
De kas werd geplaatst. In vier uur stond ie. En het klopte: schuin was helemaal goed. Bijna iedereen die hem ziet staan vraagt: ‘Waarom staat die kas schuin?’ Wel grappig eigenlijk: niemand vraagt waarom iets recht staat. Nou ja, bijna niemand dan. Schuin is anders en anders geeft weerstand. Schuin moet verantwoord worden. Maar we merken dat vroeg of laat iedereen ziet dat de schuingeplaatste kas een ruimtelijk effect geeft.