Eén nacht… dat was alles wat de vorst nodig had om de kleur van de tuin totaal te veranderen. Waar de ene dag de bomen groen waren en de bloemen prachtige kleuren lieten zien, was er de volgende ochtend een tuin vol aardetinten. Aan de ene kant jammer en aan de andere kant geruststellend. Het tuinseizoen, dat maar door leek te gaan, was nu toch voorbij. De frisse energie van de lente maakte plaats voor een zinderende zomer en die op zijn beurt weer voor een korte herfst. En nu is het winter……

Even zakt mijn energie en dreig ik in een halve winterslaap te zakken, wachtend op de volgende lente. Maar rondlopend door de tuin laat deze meteen alweer nieuwe mogelijkheden zien. De kruidentuin blijkt niet voldoende bestand tegen de droge zomers en vraagt om een alternatieve inrichting. Juist nu de energie teruggezakt is in de aarde is het tijd voor het grote verplaatsen en verplanten. Gewapend tegen de kou met winterhandschoenen en thermokleding stap ik de tuin in om te graven en te spitten. Met een koude neus en warme handen voel ik nog beter alles wat binnen in me gebeurt. Mijn ademhaling, bloedsomloop en na een tijdje ook een beetje honger. Tijdens een spitsprint gaat mijn hartslag omhoog. Normaal geeft dat een onrustig gevoel, maar nu gebeurt juist het tegenovergestelde. Van binnenuit ontstaat een gevoel van behaaglijkheid. Zo’n gevoel waar je eindeloos naar op zoek kunt zijn, ligt eigenlijk zo voor het opgraven.